In onze trainingen gebruiken we vaak de oefening “begin met het einde voor ogen” uit het boek van Covey: de 7 eigenschappen van effectief leiderschap.

Deze oefening stuit vaak op weerstand. Mensen vinden het lastig en soms zelfs morbide. Het brengt hen tot iets waar ze niet aan willen denken: de dood. In het Westen hebben wij een ambivalente houding ten opzichte van de dood: het is onze enige zekerheid én we willen er niet mee bezig zijn.  Vreemd want eigenlijk is het leven één voorbereiding op dat ene moment dat je alles los hebt te laten. En juist loslaten is een uitdaging voor velen. Liever klampen we ons vast aan concepten en ideeën over onszelf en onze omgeving, zelfs als deze niet meer realistisch of ronduit ondermijnend zijn.

En dan helpt het schrijven van een afscheidsrede. Want als je weet hoe je herinnerd wilt worden geeft dat focus in je dagelijks leven. Randzaken verdwijnen en wat overblijft is wat er echt toe doet. Confronterend? Ja, maar ook bevrijdend. Ik schrijf elke zomer opnieuw mijn afscheidsrede en zo groeit het mee met mijn ontwikkeling en geeft richting

De volgende vragen kunnen je helpen:

Wie ben (was) jij echt?
Wat wilde je echt?
Waartoe was je werkelijk in staat?
Waaraan was je trouw of ontrouw?
Waarvoor (of voor wie) was je moedig genoeg of te laf?